Lammertijd
De lammertijd komt er weer aan voor de meeste schapenhouders. Voor sommigen is dit zelfs alweer voorbij. Het is vaak en mooie, maar ook spannende tijd. Wanneer beginnen de dieren nou en wanneer moet er ingegrepen worden? Dat zijn vragen die elke schapenhouder zich wel af vraagt.
Een goede voorbereiding is het halve werk. Hierbij wil ik wat tips delen vanuit de ervaring die ik heb uit het werk, maar ook vanuit onze eigen koppel schapen die binnenkort weer moeten lammeren.
Geef de ooien in de laatste 4 weken van de dracht krachtvoer bij om slepende melkziekte en opstartproblemen rondom het lammeren te voorkomen. Begin met ongeveer 100 gram per ooi per dag en dan opbouwend tot 400 gram per ooi per dag in de laatste week voor het lammeren. Dit advies is voor Texelaars schapen en moet aangepast worden aan de hand van het ras, conditie en gewicht van de ooien.
Zorg dat de spullen voor de verlossingen en het kraamhok klaar staan. Dan denk ik aan hekjes die makkelijk neer te zetten zijn om zo een schaap apart te zetten. En natuurlijk een aparte voer en waterbak. Daarnaast een verloskist waar glijmiddel, handschoenen, ontsmetting en een verlostouwtje op de pak liggen. Een verlospak of regenbroek is ideaal om zelf niet vies te worden. Zorg ook voor een portie biest in de diepvries en een flesje met een speen voor lammeren, want je weet nooit van te voren wanneer je dat snel nodig moet hebben. Koeienbiest is hier prima voor geschikt.
Aan het opzwellen en verkleuren van de kling en de spanning op de uier kan je redelijk goed inschatten dat de geboorte niet lang op zich laat wachten. Daarnaast is het ook heel fijn om de dekdata en verwachte aflamdata paraat te hebben. Normaal gesproken zit er maar een paar dagen speling in de voorspelde aflamdata. Een schaap die gaat lammeren, zondert zich vaak af en is ongedurig. Ze gaat veel liggen en staan, draait rondjes en krabt met de voorpoten.
Als de waterblaas geknapt is, kan er nog een uur gewacht worden voordat er wordt ingegrepen. Binnen 2 uur na het afkomen van de blaas, moet er zeker een lam zijn. Ook als de ooi flink perst en er komt geen lam, dan is het nodig om het schaap op te voelen en te helpen bij de verlossing. Een veelvoorkomend probleem tijdens het aflammeren is dat er te snel aan de voorpootjes wordt getrokken, terwijl de kop nog niet goed is ingetreden. Dan blijft de kop achter en kan het lam er niet uit. Geregeld denk men ook dat het dan achterpootjes zijn, omdat de kop niet is te voelen. Mijn tip is om dan op zoek te gaan naar het staartje. Als je die tegenkomt, dan weet je zeker dat het de achterpoten zijn en kan je aan de pootjes trekken.
Soms is de blaas geknapt, zonder dat gezien te hebben en zie je aan het schaap ook weinig tekenen dat ze bezig is. Dit gebeurt vooral als het eerste lam in stuitligging ligt en de pootjes teruggeslagen zijn. Als een ooi uitgerekend is en minder eet en meer ligt, dan zou ik ook adviseren om de ooi eens op te voelen. Beter een keer te vroeg opvoelen, dan te laat.
Vergeet de navelstreng niet te desinfecteren met jodium. Trek aan beide spenen wat biest eruit om zeker te weten dat er biest is en dat de spenen niet verstopt zitten. Binnen 2 uur na de geboorte van de lammeren komt normaal gesproken de nageboorte eraf. Probeer de nageboorte altijd weg te halen om te voorkomen dat de ooi het op eet. Het is enorm belangrijk dat de lammetjes de eerste uren goed biest drinken. Kijk of ze drinken, let op de buikvulling van de lammetjes en kijk ook of ze rustig gaan slapen en dat zich uitrekken als ze gaan staan. Als deze dingen afwijkend zijn en/of het lam mekkert veel, dan is het zaak om snel biest te geven via de fles.
Om problemen met de aandoening “het bloed” en zomerlongontsteking te voorkomen, kan ik vaccinatie van hoogdrachtige ooien of de lammeren zeker aanbevelen.
Veel succes en plezier tijdens de lammertijd!